De boeken van Albert Camus, de Franse filosoof van het absurdisme, worden opnieuw vertaald, gedrukt en gelezen. De hernieuwde belangstelling begon al tijdens corona (De pest) en duurt voort nu Europa zich in een existentiële fase bevindt, to be or not to be. In sommige opzichten doet Camus me denken aan Erasmus. Camus’ vredelievendheid, zijn nuance, zijn onafhankelijkheid, zijn afkeer van nationalisme, zijn strijdbaar humanisme. Camus schrijft aan zijn Duitse vriend in 1944 “ … de mens moet geluk scheppen om te protesteren tegen het universum van ongeluk …Ik geloof nog steeds dat onze wereld geen diepere betekenis heeft. Maar ik heb gekozen voor de rechtvaardigheid, om de aarde trouw te blijven” (Een hogere liefde). Ondanks alles.